vrijdag 11 september 2015

Nine Eleven

6u30, de wekker gaat. Ik sta goedgehumeurd op vandaag. Het is immers een speciale dag vandaag. Vandaag is het einde van een groot hoofdstuk in mijn leven. Mijn laatste werkdag. Eindelijk kan ik genieten van mijn welverdiende pensioen. Het enige wat ik moet doen vandaag zijn nog enkele dossiers afwerken, al mijn collega’s gedag zeggen en dan is er nog een feestje in de kantine om afscheid te nemen van een avontuur die ten einde is gekomen.

Net als elke andere ochtend van de voorbije 35 jaar, lees ik de krant. Ik drink een kop koffie, terwijl mijn liefste echtgenote toastjes klaar maakt. Een lunchpakket heb ik niet nodig vandaag, want er zal genoeg taart zijn om de dag te doorkomen. Ik kus mijn vrouw gedag en ik vertrek met mijn beste humeur naar mijn werk. 35 jaar lang heb ik er gewerkt. In het bekende World Trade Center. Natuurlijk zal ik deze machtige gebouwen nog dagelijks passeren, maar toch zal ik ze missen. Twee prachtige torens, onmisbaar in de skyline van New York. Wat een geschiedenis kennen deze torens. De hoogste gebouwen ter wereld. Ze overleefden een grote brand en een bomaanslag. Wat een eer dat ik hier dagelijks mijn job mocht komen uitoefenen.

Vanaf ik de eerste stap binnenzet in het gebouw, komen er mensen me begroeten. Ze feliciteren me, wensen me succes, zeggen dat ik moet genieten. Dat laatste zal ik zeker doen. Na zo lang een drukke baan te hebben gehad, kijk ik er naar uit om eindelijk eens tijd vrij te maken om te gaan tuinieren, om terrasjes te doen met mijn vrouw en eindelijk kan ik die verre reizen maken waar ik altijd van heb gedroomd. Vandaag start mijn nieuw leven. En genieten zal ik doen.

Ik haast me snel naar de lift. Verschillende keren heb ik de uitdaging aangegaan om te voet naar mijn verdieping te gaan. Maar op mijn 62e, lukt het me niet meer om de trappen naar de 89e verdieping te nemen. Sinds mijn knieoperatie lukt het me moeizaam om nog trappen te lopen. De lift is mijn redding.

Halfnegen, ik ben ruim op tijd om mijn laatste dossiers af te werken. Ik sla nog even een praatje met de collega’s op mijn bureau en dan ga ik achter mijn eigen desk zitten. Even voel ik een wee gevoel in mijn maag. Ik zal het hier echt missen.

Plots zie ik iets verschijnen achter het raam. Ik sta er naar te staren, ik weet niet goed wat het is. Maar het wordt groter en groter! Een vliegtuig?! Die vliegt veel te laag bij de grond! Dat komt niet goed! Voor ik het goed en wel besef, hoor ik een enorme explosie boven me. Het gebouw schudt op zijn grondvesten. Wat was dat? Dat kan toch niet waar zijn? Is dat vliegtuig echt… Ik durf mijn gedachten niet af te maken. Alles beweegt, mensen schreeuwen om me heen en rennen in paniek door het bureau.

Weg, ik moet weg! Ik kan aan niets anders denken. Ik ren de trap af, net als honderden andere mensen die hier werken. Sommige herken ik, maar de meesten zijn vreemden voor me. Een zwarte rook vervult de trappengang. Mijn ogen prikken, ik krijg het benauwd. Ik kan niet meer ademen. Mijn voeten blijven de trap aflopen. Ik hoor mensen huilen, ik zie mensen vallen. Tranen stromen over mijn wangen. Ik weet niet of het door de rook komt of door paniek.

Dit gaat te traag, ik overleef dit niet! Blinde paniek overmant me. Mijn benen willen niet meer mee. Mensen lopen me voorbij, ze duwen me. Ik val. Een pijnscheut in mijn knie. Die verdomde knie.
Ik wankel de werkruimte van verdieping 71 in. Hier is niemand meer. Iedereen die hier werkte, is gevlucht. Stoelen liggen omgevallen, papieren liggen overal. Ik ga bij het raam staan. Ik zie politie- en brandweerwagens ver onder me. Een verschroeiende hitte komt dichter bij, ik voel de zeurende pijn in mijn rechterknie. Mijn longen vullen zich met zwarte rook. Ik kan geen stap meer zetten en ik bedenk dat dit mijn laatste minuten zijn.

Ik zie een barst in het raam. Op de grond ligt een bureaustoel omgegooid. Met mijn laatste kracht hef ik hem op en gooi ik hem tegen het gebarsten raam. De barst wordt groter. Ik doe het nog eens. Het glas begeeft het en heel even ervaar ik de frisse lucht van buiten. Meer! Ik wil meer van die lucht. Ik kan aan niets anders denken: ik stik! Ik sterf! Ik lijk niet meer te beseffen dat ik op de 71e verdieping sta. Het enige waar ik kan aan denken is dat ik stik, ik kan niet meer ademen! Ik spring. Het laatste wat ik zie, is het prachtige gezicht van mijn vrouw.

Veertien jaar geleden stierven 3000 mensen ten gevolge van de terreuraanslagen op het Pentagon en het World Trade Center. Drie vliegtuigen vlogen in in deze gebouwen. Een vierde vliegtuig stortte neer in een veld. De passagiers konden de kapers overmannen, en gaven hun leven om anderen te redden. 

Dit is een fictief verhaal ter herinnering aan deze zwarte dag in de geschiedenis.

3 opmerkingen: